De energielabels die aan woningen worden toegekend zijn vaak kwalitatief ondermaats. In december informeerde minister Hugo de Jonge (Volkshuisvesting & Ruimtelijke Ordening) de Tweede Kamer hierover middels een brief. Dit is zorgelijk, want hierdoor is het mogelijk dat woningeigenaren uitgaan van een bepaald energielabel, terwijl deze dus foutief kunnen zijn.
Uit de brief van minister De Jonge blijkt dat 1 op de 6 woningen niet goed worden beoordeeld voor het toekennen van een energielabel. Bij 7% leidt het zelfs tot het toekennen van een foutief label. In dat geval kreeg de woningeigenaar bijvoorbeeld het label B terwijl dat A+ had moeten zijn. Je kunt je voorstellen dat dit de eigenaar flink op kosten kan jagen wanneer iemand, ten gevolge van het toegekende label, daadwerkelijk actie onderneemt om de woning te verduurzamen.
Dat is dan ook reden voor de minister om het toekennen van de energielabels onder de loep te nemen. Het scherper monitoren van de energieadviseurs moet het percentage terugdringen tot 5% in 2023.